Sunday, February 05, 2006

Hemelvuur.

Als Nietzscheaan heb ik zo'n dwarse kijk op de wereld, dat ik levensbeschouwingen die direct tegengesteld aan de mijne lijken te zijn, zó kan interpreteren, dat ze van het hoogste nut en waarde voor me worden - vóór mij en tegen mijn werkelijke vijanden. Zo heb ik Savitri Devi's idee van "the man against time" vertaald in het Nietzscheaans, door het te bekijken vanuit het perspectief van de eeuwige wederkomst, de centrale gedachte van Nietzsche's filosofie. Het resultaat was dat ik haar idee overwon: ik heb de drie, the man against time, the man within time, and the man above time, tot een nieuwe eenheid gebonden; waardoor de vraag niet meer is, hoe men ten opzichte van de tijd staat (want zowel onder de mensen tegen als in de tijd bevinden zich vijanden van mij), maar of men een gróót of een klein, kleinzielig mens is.

Het moge duidelijk zijn: mijn vijanden zijn de laatstgenoemden. En zij zijn in de meerderheid. Waren we in gelijken getale, dan zouden het geen waardige tegenstanders zijn. Alleen als collectief, als zwerm giftige vliegen, zijn ze te duchten. Het is niet mijn lot, een vliegenmepper te zijn; maar het is misschien wel mijn lot, mijn wil, mijn opgave om een groot vuur te zijn, waarin al deze vliegen verzwolgen worden... Wat betekent dat? Dat ik de filosofie van de wil naar macht, de meest nihilistische die er bestaat, uitdraag en afdwing, in de wetenschap, dat ik de oplossing heb die de mijnen, mensen als Nietzsche en Devi en Roland Holst, in staat zal stellen haar laatste consequentie, die op een punt komt waarop de vliegen allang onder haar druk bezweken zijn, niet alleen te ontwijken en de schaduw ervan te dragen, maar haar - de consequentie - te affirmeren, áán te kunnen, aan te durven en toe te lachen en lief te hebben... Wie weet, waarover ik spreek?

0 Comments:

Post a Comment

Subscribe to Post Comments [Atom]

<< Home