Monday, March 27, 2006

Sunday, March 26, 2006

Het wilde dier mens.

"De mens is een dier dat kan praten."
[Aristoteles.]

De mens is het enige dier dat inspraak heeft in zijn eigen ontwikkeling - dat zijn eigen ontwikkeling kan sturen, beloftes kan doen voor de toekomst. Natuurlijk kan ook hij niet de toekomst voorspellen; maar hij kan zich voornemen, een bepaalde richting op te gaan, en zich daar zo goed mogelijk aan houden.

Eén zo'n voornemen is die van het Christendom in de afgelopen tweeduizend jaar. Zijn ideaal, hetgene waar de mens onder zijn juk opafstevende, was de Christus - het "Lam Gods". Dit heeft de mens - die in feite een roofdier is - tot een schaapsherder gemaakt - tot een herdershond. Nu streven wij, wij Nietzscheanen, naar het tegenideaal: wij willen dat de mens weer wolf wordt, meer wolf dan hij ooit geweest is. Hiervoor spreken wij instincten aan, die diep in de mens versluimerd liggen - tweeduizend jaar is peanuts op evolutionaire schaal.

"Archetypen zijn nu eenmaal als rivierbeddingen, waaruit het water verdwenen is, maar ook na lange tijd kan het water elk moment haar bedding weer terugvinden. Een archetype is zoiets als een oud stroomgebied, waar de wateren van het leven eeuwenlang doorheen vloeiden en zich diep hebben ingeslepen. En hoe langer ze dezelfde richting aanhielden, des te waarschijnlijker is het dat ze vroeger of later weer daarheen terugkeren."
[Jung, Wodan.]

Saturday, March 25, 2006


"Eén mens telt bij mij voor duizenden, als hij de beste is."
[Heraclitus van Ephese.]

Het woord dat hier vertaald is als "duizenden" is murioi, letterlijk "tienduizenden". En "beste" is aristos...

"Universele waarden", vervolg, 2.

"De overgeblevenen in de evolutie zijn en waren niet steeds de sterksten of de 'besten'."
[universele-beschaving.nl, Definities, Sociaal darwinisme.]

Dit is precies wat Nietzsche zegt; alleen hij betreurt het - hij betreurt dat het juist vooral de middelmatigen, de zwakken, de slechten zijn die overleven. Dit gebeurt omdat, ten eerste, de zwakken samenspannen tegen de sterken (en in de meerderheid zijn), en ten tweede, omdat de sterken zichzelf uitgeven, zichzelf niet sparen, en dus uiteindelijk, uitgeput, nog zwakker zijn dan de zwakken, die zichzelf wèl bewaren. Maar zie ook mijn post Aristocratisch radicalisme.

"Universele waarden", vervolg.

"Door de toenemende materiele welvaart en de ontwikkeling van wetenschap en techniek is de kerkelijke macht van het christendom langzamerhand weggevallen.

"Echter hiermee ook haar voortdurende en regelmatige educatie tot naastenliefde, haar socialiserende functie, en zo langzamerhand ook haar gehele moraal met al haar normen en waarden.

"En hierdoor heeft onze samenleving nu geen gedefinieerde en algemeen aanvaarde morele basis meer.

"Het gevolg is een gestaag voortschrijdend verhardings- en verloederingsproces in de samenleving, en een stilzwijgende consensus over sociaal darwinisme is nu in de plaats gekomen voor die christelijke moraal . . . . ."
[universele-beschaving.nl, "Onze huidige samenleving", Sociaal darwinisme, sic.]

"Universele waarden."

De volgende definitie is afkomstig van een verachtelijke, maar zeer leerzame website die ik zojuist ontdekte: universele-beschaving.nl.

"Universele normen en waarden:

"Normen en waarden, onafhankelijk van enige cultuur, religie of filosofie."
[aldaar, "Definities".]

Dit is toch lachwekkend. Heeft Protagoras niet al 2500 jaar geleden de relativiteit van alle dingen verkondigd? "De mens is de maat van alle dingen"... Maar iedere mens is afhankelijk van een cultuur, religie, en/of filosofie - en daarmee zijn normen en waarden: zo ook de zogenaamde "universele" normen en waarden, die zeer specifiek, ja bijzonder bekrompen zijn. Ze zijn gebaseerd op de Christelijke grondslagen, hoewel ze al aan hun grond, de Christelijke God, ontrukt zijn - het zijn ontwortelde waarden, die in het luchtledige zweven: rationeel gezien zijn ze nergens meer op gebaseerd. Zoals ik eerder schreef op deze weblog: de inherente waarde van een mensenleven is exact nihil...

Antichristen-Aristocratisch Appèl.

Als ik de (grote) politieke partijen met elkaar vergelijk, dan is er één punt dat ze allen gemeen hebben, en waarop ik het met hen allen oneens ben: het democratische grondbeginsel. Nietzsche's filosofie is aristocratisch radicalisme, en ik ben een Nietzscheaan.

"Het onrecht is nooit gelegen in ongelijke rechten, het is gelegen in de aanspraak op 'gelijke' rechten."
[Der Antichrist, paragraaf 57, mijn vertaling.]

Nietzsche verkiest dus de gerechtigheid boven de vrijheid, om met Klaus Held te spreken - net zoals hij het Oude Testament (het boek van de goddelijke gerechtigheid) boven het Nieuwe Testament (het boek van de goddelijke genade, van de bevrijding, van de "verlossing") prefereerde.

Friday, March 24, 2006

Bling-bling.

Al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding.

Thursday, March 23, 2006

Oneindig is überhaupt niets.

Als je 1, of ieder ander eindig getal, deelt door een oneindig klein getal, dan is de uitkomst oneindig groot. En delen door nul is flauwekul, want delen door nul is geen delen. Maar we hebben net gezien dat er geen verschil is tussen 0,000...1 en 0,000..., omdat "000..." betekent "oneindig veel nullen". Dus is x/0 oneindig groot, of... is delen door een oneindig klein getal flauwekul!

Mijn mening is dat oneindigheid überhaupt flauwekul is. Oneindig klein zou oneindig dicht tot nul naderen; maar oneindig groot dan? Dat zou dan oneindig dicht moeten naderen tot de uitkomst van 1/0. Flauwekul dus. Oneindig groot komt oneindig dicht nabij flauwekul.

Oneindig klein is niets.

Volgens de wiskunde is 1/3 = 0,333... (dwz. er volgen drieën tot in den oneindige). Maar 3 * 0,333... is niet 1, maar 0,999... Het verschil tussen 0,999... en 1,000... is oneindig klein. Het is namelijk 0,000...1, dus een nul gevolgd door oneindig veel nullen en dan een één. Maar dit laatste is natuurlijk absurd: hoe kan iets nou ooit volgen op een oneindige serie? 0,000...1 is dus hetzelfde als 0,000..., dwz. oneindig klein is hetzelfde als nul, is niets...

De sluwe vos Socrates.

Met een search op Google naar de frase "rabid god" vond ik de volgende vreemde dictionary entry:

"Affected with the distemper called rabies; mad; as, a rabid god or fox." [dict.die.net/rabid]

Vandaar brengt mijn vrije associatie me bij William Blake:

"The fox provides for himself, but God provides for the lion."
[The Marriage of Heaven and Hell, Proverbs of Hell.]

Ik heb me weleens afgevraagd wat God dan was, een leeuw of een vos. God voorziet immers in zijn eigen behoeften, en is dus een vos. Aan de andere kant voorziet God in zijn behoeften, dus is hij een leeuw. Oh, maar God was natuurlijk een Jood!

"Men kiest de dialectiek alleen, als men geen ander middel heeft. Men weet, dat men wantrouwen met haar wekt, dat ze weinig overtuigt. Niets is makkelijker uit te wissen dan een dialecticuseffect: de ervaring van iedere vergadering waar gesproken wordt, bewijst dat. Ze kan slechts noodweer zijn, in de handen van zulken, die geen andere wapens meer hebben. Men moet zijn recht af te dwingen hebben: eerder maakt men geen gebruik van haar. De Joden waren derhalve dialectici; Reinaard de Vos was het: wat? en Socrates was het ook? -"
[Nietzsche, Afgodenschemering, Het probleem van Socrates, 6.]

Plato, vervolg.

Dus: er is een universum, maar er zijn geen universele rechten en plichten. Dit betekent niet dat er geen natuurwetten zijn, hoewel het woord "wet" in die context misleidend is: er is niets dat beveelt, niets dat gehoorzaamt. Je kunt natuurwetten niet overtreden. Het zijn natuurnoodzakelijkheden, dat wil zeggen: de logische noodzakelijkheid dat een krachtsvector - een bepaalde hoeveelheid kracht in een bepaalde richting - niet ook iets anders kan zijn. Terloops gezegd betekent dit ook dat de wolf niet in staat is een schaap te zijn - de "kwade" mens niet in staat "goed", de sterke niet in staat zwak te zijn (en andersom). Er is geen vrije wil en ook geen goed en kwaad (alleen sterk en zwak). Noodzakelijkheid betekent niet dat je gedwongen wordt een schaap te zijn, maar dat je nou eenmaal een schaap bent. Voor het feit dat een schaap een schaap is zijn allicht oorzaken, maar geen "redenen": er is geen doel, geen bedoeling bij. De enigen die zich een doel kunnen stellen zijn mensen: bijvoorbeeld om, op den duur, wolven tot schapen te maken; maar wat er dan uitkomt is nog steeds geen schaap, maar een tamme wolf - een hond. Een hond kan een herder zijn, maar geen schaap. Christenen staan trouwens tot de Christelijke God als honden tot hun baasje; mijn gekke God daarentegen is eerder zelf een hond. A rabid God...

Hoe kinderachtig is Plato!

"[Volgens Protagoras zijn alle gedragsnormen] relatief, ze gelden slechts voor de individuele gemeenschap van mensen die ze erkent.
Trouwens: alles waarmee de mens te maken heeft, niet alleen de normen voor zijn gedrag, is afhankelijk van de opstelling van de individuele groep mensen; deze maakt uit wat voor haar en alleen voor haar van kracht is en wat niet. [...]
Tegen dit relativisme [...] is Plato opgetreden in een dialoog uit zijn latere periode, de Theaetetus [...]. Daarbij blijkt dat het relativisme om een hele reeks redenen niet houdbaar is, bijvoorbeeld alleen al vanwege de eenvoudige reden dat het zichzelf tegenspreekt: wie de bewering opstelt dat alles zonder uitzondering relatief is, die moet dat ook laten gelden voor deze eigen bewering; maar daardoor ontneemt hij die bewering haar algemene geldigheid."
[Klaus Held, "Trefpunt Plato".]

In de stelling "alles is relatief" zou het woord "alles" "panta" zijn in het Grieks - "alle [dingen]", als in "panta rhei". Alle dingen zijn relatief, maar het Al is absoluut: het Al is de relatie van, de verhouding tussen alle dingen.

Wednesday, March 22, 2006

Ommekeer.

Ik ben nu het boek "Trefpunt Plato: een filosofische reisgids door de antieke wereld" van Klaus Held aan het lezen. Ik vind zijn perspectief, dat hij beschrijft als "ons" perspectief, wij moderne, democratische, nog altijd moreel Christelijke mensen, walgelijk, maar ik ben juist dáárdoor gefascineerd. Want zoals mijn superieur Commander Lawless zegt:

"I have always found that our enemies often articulate our own positions for us with greater clarity than we ourselves".
[Re: Heraclitus by his Enemies.]

Ik zou Plato eerder een keerpunt noemen dan een trefpunt: namelijk het keerpunt van klassiek naar modern, van nobel naar vulgair, van Heidens naar Christelijk, etc.
Nietzsche is het andere keerpunt, het terug-keerpunt: hij die zichzelf "der Antichrist" noemde, en Christendom "Platonisme voor het 'volk'"...
Maar Nietzsche's herwaardering van alle waarden is pas in mij werkelijkheid geworden: met de realisatie van zijn ideaal, de circulus vitiosus deus...

"Wie zijn ideaal bereikt, ontstijgt het daarmee juist."
[Voorbij goed en kwaad, aph. 73.]

Nietzsche bereikte zijn ideaal ook wel, maar wist de waanzin die daaruit volgde niet af te wenden.

Sunday, March 12, 2006

Nietzsche's God.

"The sole way of maintaining a meaning for the concept 'God' would be: God not as the driving force, but God as a maximal state, as an epoch - a point in the evolution of the will to power by means of which further evolution just as much as previous evolution up to him could be explained."
[Nietzsche, The Will to Power, paragraaf 639.]

"'God' as the moment of culmination: existence an eternal deifying and un-deifying. But in that not a high point of value, but a high point of power."
[ibid., paragraaf 712.]

"God the supreme power - that suffices! Everything follows from it, 'the world' follows from it!"
[ibid., paragraaf 1037.]

Friday, March 10, 2006

Een nieuwe liefde.

Als je hart door passie is uitgehold, zoals een steen door erosie; als het een afgrondelijk diepe moordkuil is, waarin naar beneden te kijken je doet duizelen: dan is het verkieslijk, geen affectie meer te voelen, teneinde geen gebrek aan affectie meer te voelen. Ik wil uit de volheid mijns harten leven, ik heb uit de volheid mijns harten geleefd. Nu is dit mij niet meer mogelijk. Ik verkies nu dan ook het lege hart boven het half volle, ik verkies de onmenselijkheid boven het al te menselijke.

"[N]iet liefde voor de mensen, of voor goden, of voor de waarheid, maar liefde voor een toestand, een geestelijk en zinnelijk volmaaktheidsgevoel".
[Nietzsche, Herwaardering van alle waarden, boek 4.]

Thursday, March 09, 2006

Vrouwen en alcohol.

Er schijnt in Engeland een wet van kracht te gaan en een campagne te starten tegen het misbruik - door mannen - van de dronkenschap van vrouwen met betrekking tot sex. Vrouwen schijnen namelijk, als ze teveel gedronken hebben, niet meer in staat te zijn goed af te wegen of ze wel of geen sex met de betreffende man willen hebben, hetgeen op zich heel begrijpelijk is. Dat de verantwoordelijkheid dus bij de man gelegd wordt vind ik ook geen probleem. Ik vraag me alleen af waarom vrouwen dan stemrecht hebben. De regering van een land kan toch niet mede afhankelijk zijn van wezens die zichzelf niet in de hand hebben? Die niet in staat zijn hun alcoholgebruik te beperken? Wie zegt dat ze niet dronken naar de stembus gaan?

Monday, March 06, 2006

Intelligie.

"Intelligentie" en "intellect" komen van het Latijnse inter- + legere, letterlijk "ertussen uitlezen (uitkiezen)".

"[De goed geslaagde, die mijn hart goed doet,] verzamelt instinctief uit alles, wat hij ziet, hoort, beleeft, ten gunste van zijn hoofdzaak, - hij volgt een selectief principe - hij laat veel doorvallen".
[Nietzsche, Herwaardering van alle waarden, 4, 530.]

"Religie" daarentegen komt van re- + legare, letterlijk "terugbinden": terug naar de Gouden Tijd, de paradijselijke staat, - terug naar God. Dit gaat echter uit van een lineair tijdsbegrip, volgens welk het bestaan begon met de schepping ervan door God, of met de Zondeval - in het Paradijs heerste er immers tijdloosheid: in die onschuld had men geen begrip van "uur en feit", om met A.Roland Holst te spreken.

Voor mij echter, ik die uitga van een circulair tijdsbegrip, is religie een terugbinden tot het heden - de enige Gouden Tijd die er bestaat.

Maar dit was niet wat ik wou zeggen. - Ik concipiëer een nieuw idee van intelligentie, namelijk intelligie, een "tussen-binden", een vinden van verbanden tussen dingen. Niet het slechtste voorbeeld hiervan is deze nieuwe vondst zelf, deze "intelligie". Maar ik doe hetzelfde in mijn posts, waarin ik om de haverklap quote. Wat mensen vaak niet appreciëren is dat ik het toch maar mooi ben die die quotes uitzoekt, die de verbanden tussen hen legt.

"Verband leggend tussen alles is het denken."
[Heraclitus van Ephese.]

Sunday, March 05, 2006

Nog maar een keer poëzie.

Ik schreef mijn laatste gedicht eind lente of begin zomer 2003. Dat was de eerste keer in tijden. Aangezien ik me het schrijven van dit gedicht nog redelijk goed herinner, zal ik dit als maatstaf nemen voor het schrijven van poëzie überhaupt.

Het uitgangspunt is, dat je iets te zeggen hebt. Als je niets te zeggen hebt en je gaat toch schrijven, dan noem ik dat lediggang. Zoals Nietzsche zegt, moet de pen, of liever gezegd de geest, naar het papier verlangen, en niet het papier naar de geest... Het uitgangspunt is inspiratie. Zij is de muze - zonder haar is de dichter niets...

De geïnspireerde toestand is een roes, een overgrenzende beweging - deze waanzin is de wijsheid van de muze. Binnen die beweging is er dan ruimte voor schranderheid, voor een beweging binnen de grenzen: hier kan de dichter zijn ideeën, zijn rationaliteit kwijt.

Het moge duidelijk zijn wat het resultaat is als de inspiratie ontbreekt - als er alleen sprake is van een beweging binnen de grenzen, alleen van rationaliteit: schaamteloze rijmelarij en gekunstel.

Die Liebe ist tot: die sie den Tod liebte.
's leb' nun die Liebe, die Liebe zum Leben.
Leb hoch, meine Göttin! Gattin meiner Hoffnung!
Mutter meiner ungebornen Kinder!
Dass du gebärst den Ersten mir,
Den, unsrer Liebe Kron', mein ersten Sohn!
Zur Ehre unsres Sohns spiel mir den ersten Ton,
Den Grundton unsres Lieds, des unsrer Liebe Lieds!
Denn müssen wir nicht singen, auf den Tod hin tanzen,
Um unsre Liebe geradlinig fortzupflanzen?

Thursday, March 02, 2006

Evolutie van een dichter-dwaas.

Hoe kan een in vele opzichten middelmatige mens tot uitzondering verworden? William Blake slaat de spijker op zijn kop wanneer hij zegt: "If the fool would persist in his folly he would become wise" - als de dwaas zou volharden in zijn dwaasheid zou hij wijs worden.

Want een mens die - nog grotendeels geborgen door de massa - zijn uitspattingen serieus neemt - die ze verder doordrijft dan haast alle anderen -, onderscheidt zich daarmee van deze anderen, van deze massa. Om terug te keren tot de allereerste post op deze weblog: hij verheft daarmee zijn entertainment tot kunst.

De gemiddelde mens en de uitzondering.

Middelmatigheid en uitzonderlijkheid kunnen beiden positief en negatief zijn. Middelmatigheid kan relatief positief zijn, omdat ze hoger staat dan uitzonderlijke slechtheid, dan ondermaatsheid. Aan de andere kant kan ze relatief negatief zijn, omdat ze niet uitzonderlijk goed, niet bovenmaats, is.

Omgekeerd kan uitzonderlijkheid zowel uitzonderlijke goedheid als slechtheid zijn, zowel ondermaatsheid als bovenmaatsheid. De uitzondering heeft het nadeel van het extreme (maar natuurlijk ook het voordeel ervan). De middelmatige heeft de veiligheid van het gemiddelde, maar ook de beperktheid ervan.

In geestelijk opzicht is stabiliteit wellicht verkieslijk boven grote hoogten en diepe dalen, boven ups en downs - boven manisch-depressiviteit. Want hier is het precies omgekeerd. De maatschappelijke uitzondering heeft innerlijke rust en stabiliteit nodig (ja in feite is dit wat haar uitzonderlijk maakt), terwijl de gemiddelde mens Ausschweifungen (het Nederlandse woord "uitspatting" mist de gewenste lading), ontsnappingen naar boven en naar beneden nodig heeft om de verveling van zijn bestaan uit te kunnen houden. De uitzondering heeft innerlijke rust: dit stelt haar in staat om naar buiten toe tot grote hoogte (en even grote diepte) te stijgen. De gemiddelde mens heeft innerlijke onrust, onvrede met zichzelf: dit alleen veroordeelt hem tot middelmatigheid.