Thursday, December 18, 2008

De zin van de filosofie.

Laatst werd mij in een discussie de volgende vraag gesteld:

"Wat is de zin van de filosofie?"

Dit gebeurde nadat mijn discussiepartner en ik overeen waren gekomen dat filosofie in wezen de kweeste naar de zin van het leven was.

Mijn voorlopige reactie op die vraag was: "De filosofie is deel van het leven, dus als je weet wat de zin van het leven is, weet je ook wat de zin van de filosofie is."

Deze reactie was in feite een poging om mijn discussiepartner in de war te brengen, hiermee de discussie op dat moment te beëindigen en daardoor te verhullen dat ik geen antwoord op de vraag had. Deze poging was succesvol.

Sindsdien heb ik er meer over nagedacht, en ben tot de volgende redenering gekomen.

De vraag naar de zin van de filosofie is zelf een filosofische vraag. De logische reactie is dus: "Vertel jij het me maar! Jij weet het immers, blijkbaar. Want blijkbaar vind jij filosoferen zinnig---anders had je die vraag immers niet gesteld!"

Dit geldt echter niet alleen voor filosoferen, maar voor alle activiteiten---inclusief leven! Blijkbaar vind je het zinnig om te leven, anders zou je het immers niet doen! Anders zou je jezelf niet in leven houden, niet beschermen tegen levensgevaar.

Het leven heeft dus duidelijk zin voor jou. Wat is dan de zin van de filosofie? De filosofie hoeft niet vast te stellen dat het leven zin heeft. Wat dan wel?---Wat de aard van die zin nou eigenlijk is. Deze kennis is blijkbaar onderbewust. Ze moet dus op-gewekt worden: ze is latent in jezelf aanwezig. Het bewustmaken van die kennis is de zin van de filosofie.

Tuesday, December 16, 2008

Over Waarheid en Leugen.

Mij schijnt het toe dat de intuïtieve mens onbewust naar diepte streeft, zowel diepe vreugde als diepe smart (bergen en dalen); terwijl de redelijke mens bewust naar ondiepte streeft (de vlakte). De intuitieve mens is dus zowel beter als slechter af, terwijl de redelijke mens matiger af is.

Dit herinnert me aan iets dat Nietzsche later schreef:

"De mens is het ondier en het bovendier; de hogere mens is de onmens en de bovenmens ['Übermensch']: zo hoort het bijelkander. Met ieder groeien van de mens in de grootte en hoogte groeit hij ook in het diepe en vreselijke: men moet het ene niet willen zonder het andere -- of liever: hoe grondiger men het ene wil, des te grondiger bereikt men juist het andere."
[De wil naar macht, paragraaf 1027, letterlijk vertaald.]

Het is duidelijk dat Nietzsche koos voor "beter en slechter". Zo schrijft hij in Zarathustra:

""Gij hogere mensen, -- zo knippert het gepeupel met de ogen -- er zijn geen hogere mensen, we zijn allen gelijk, mens is mens, voor God -- zijn we allen gelijk!"
Voor God! -- Nu echter is deze God gestorven."
[Van de hogere mens, 1, mijn vertaling.]

Een "redelijk denkend mens" denkt dat alle mensen gelijkwaardig zijn. Zo voert de rede tot wat Zarathustra "de laatste mens" noemt...

"Hier nu ligt het noodlot van Europa -- met de vrees voor de mens hebben we ook de liefde voor hem, de eerbied voor hem, de hoop op hem, ja de wil tot hem ingeboet. De aanblik van de mens maakt ons nu moe -- wat is vandaag nihilisme, als het niet dat is?... We zijn de mens moe..."
[Genealogie der moraal, eerste verhandeling, paragraaf 12.]

In deze zin voert redelijkheid dus tot nihilisme. Maar ook in de meer gangbare zin voert ze daartoe:

"In den beginne was de Rede ['logos'], en de Rede was met God, en de Rede was God."
[Johannes 1:1.]

Het was de Rede die uiteindelijk de onredelijkheid van deze God liet zien: de logische absurditeit van "scheppen uit het Niets", "maagdelijke geboorte", etc.

Het Christendom was als een schorpioen die uiteindelijk de angel in zichzelf stak. Deze angel was het gebod tot eerlijkheid, het "Gij zult geen valse getuigenis spreken tegen uw naaste". Dit gebod diende alleen maar gevolgd te worden omdat het geacht werd door God gegeven te zijn. Nu dit gebod zich tegen die God zelf gekeerd heeft en hem "gedood" heeft, is er geen reden meer om dit gebod te volgen. Het is vanaf nu onredelijk om eerlijk te willen zijn -- net zo onredelijk als iedere andere wil. De enige goede reden om eerlijk te zijn is tegenwoordig angst: niet de angst voor God en de Hel, maar voor de wet en haar straf (dwz. niet de goddelijke, maar de menselijke wet).

Verder "doodt", mijns inziens, de Rede zichzelf in de quantummechanica. En ik zie Nietzsche als een quantummechanicus avant la lettre -- check bv. eens deel 3 van De wil naar macht (in het bijzonder hoofdstuk 5). In wezen zegt hij daar dat de logica gebaseerd is op het idee van het "subject" (dwz. van het "ding", de "ziel", etc.); en dat er in werkelijkheid geen "subjecten" (en "objecten") zijn, maar dat dit een versimpeling van de werkelijkheid is die volgt uit de wil naar macht (de wil om de werkelijkheid werkbaar te maken, dwz. te overmeesteren).

Jouw wil naar een logisch-empirische wereld volgt uit jouw wil naar macht!