Monday, February 20, 2012

I think the fundamental problem of our era, which was also Nietzsche's era, is the conquest of nature. The conquest of nature was "commanded and legislated" (cf. Beyond Good and Evil, aphorism 211) by Machiavelli, Bacon, and Descartes (among others) for the sake of philosophy, which was gravely threatened by Christianity back then. The scientific revolution instigated by those philosophers was what "killed" the Christian god, for which "killing" we should be most grateful. However, just as the religious revolution instigated by Socrates and Plato et al. was first beneficial but later became detrimental to philosophy, the revolution instigated by Machiavelli et al. has now itself led to a grave threat to philosophy. For "genuine philosophers" (again BGE 211) like the ones mentioned above belong to the formidable exceptions among men, and those exceptions are now in threat of becoming obsolete to the rule, the many, because of the technological advancements that in the West have made life easy for the many, who now no longer need such formidableness (which is indispensable in real crises).

The dire situation of many animals is just one of the consequences of what Heidegger called nature's reduction to a Bestand, a standing reserve, a resource. The real problem is paradoxically not that animal rights are not being respected, but the conceited notion of the existence of any rights at all! There's no such thing as natural rights; men are not naturally entitled to accommodate the rest of nature to their needs. But neither are they naturally forbidden to. Therefore, there's only one way to counteract the continuing exploitation of nature; and that consists precisely in the ideal of the eternal recurrence, in the wish that everything, including all the woes that befall animals---and of course men, too, are animals---, recur eternally... For by wishing for the eternal recurrence of all things, one manifests oneself as the counterideal to the ideal of the man who wallows in "wretched contentment" (Thus Spoke Zarathustra, Prologue, 3)---as an Übermensch as opposed to a Last Man. And only this ideal, "the ideal of the most high-spirited, most alive, and most world-affirming man" (BGE 56), can raise people out of their comfy animal-hide armchairs---if only by offending them!

Wednesday, February 15, 2012

Hier is een gedicht dat ik schreef toen ik zeventien was:

Let go of every prejudice
And all of your restrictions.
Let us lament how sad it is
To follow false convictions.

Uplift your body in your soul
To realms high above us.
Come taste the airy alcohol
Excelling earthy offers.

Now we'll discuss the universe
And our temporal presence.
We'll learn of our gloomy curse
The all-explaining essence.

Then we can finally unite
Our energy and reason;
And you will love the day you tried
To end all lies and treason.

Het was vanwege m'n verlangen naar het hogere dat ik in die tijd veel geestverruimende middelen gebruikte. In die tijd geloofde ik nog in een zeker substantiedualisme. Nu geloof ik dat alles, om een Platonisch eufemisme te gebruiken, liefde is. Het verlangen naar het hogere is daar een vorm van, ja in zekere zin zelfs de hoogste vorm: in de zin namelijk dat het de begeerte naar wijsheid is, naar gemeenschap met het Goede. Maar wat is het Goede? Het bestaan zelf. Maar dit betekent dat ook het lagere goed is, ook het materialisme, ook de oppervlakkigheid. Dit was wat Nietzsche het moeilijkst vond om te accepteren: de gedachte dat ook het lagere terugkeert, ook het verlangen naar het lagere, ook het lagere verlangen. En hij wist haar uiteindelijk te accepteren, ja te omarmen.

Onlangs heb ik in één ruk Rob Riemens boekje, De eeuwige terugkeer van het fascisme, uitgelezen. Ook hij is begaan met het hogere. Maar op één punt, mijns inziens de kern, ben ik het volstrekt met zijn betoog oneens. Ik zal die kern hier nu vrij uitvoerig citeren:

"Massamaatschappij is de benaming die Ortega Y Gasset in 1930 geeft aan de maatschappij die zich, vanaf de eerste vermoedens van Goethe en met alle kenmerken die Tocqueville en Nietzsche hadden voorspeld, inderdaad overal in Europa manifesteert. En toch is Ortega Y Gasset verbaasd over wat hij ziet als de grote paradox van het democratische tijdperk dat net zijn intrede in de Europese geschiedenis heeft gedaan. Eindelijk een tijdperk waarin de samenleving zich heeft weten te bevrijden van het juk van de tiran en de Kerk, aristocratie en feodale maatschappij. Technologische vooruitgang biedt onder meer grotere bewegingsvrijheid, de media verbreden de blik op de wereld en het politiek bestuur wordt steeds democratischer. Europa staat op de drempel van een vrije samenleving waarin grenzen kunnen worden geslecht, de individuele vrijheid wordt gerespecteerd, eigen verantwoordelijkheid geïmpliceerd en geestelijke waarden die het beschavingsideaal schragen, worden gecultiveerd.
Maar deze historische kans wordt afgewezen door een nieuw type mens dat snel aan invloed wint in de maatschappij: de massamens. [...]
Niemand wordt als een 'massamens' geboren. Het tegendeel is waar. Volwassen worden is het je bewust worden van de grote levensvragen, de vragen naar zin en betekenis. Maar te veel mensen, in het bijzonder zij 'die het niet cadeau krijgen', zijn in de steek gelaten in hun zoektocht naar een antwoord op deze vragen en hun pogen vrij en verantwoordelijk te leven.
Zij zijn in de steek gelaten door [nihilistische intellectuelen, conservatieve intellectuelen, het onderwijs, de zakenelite, en zowel een linkse als een rechtse politieke elite.]
Het is door dit verraad van de elites dat mensen massamensen worden en hun identiteit gereduceerd wordt tot die van klant, stemmer, kijker of geldslaaf. Er worden steeds minder mogelijkheden geboden en er is steeds minder aanmoediging om vrij en verantwoordelijk te worden zoals Socrates en Spinoza vrij en verantwoordelijk waren." (pagina 15-16 en 52-54.)

Elders in het boekje zegt Riemen over Socrates:

"Socrates kritiseert in een gesprek met zijn vrienden al vijfentwintig eeuwen geleden een levensstijl die 'uitsluitend gericht is op het aangename en het hoogste goed negeert'." (pagina 48, parafrasering.)

De ironie is dat Socrates juist meende dat er wel degelijk mensen als massamens geboren worden: de meeste mensen nog wel. De meeste mensen zijn van nature uitsluitend gericht op het aangename. Vandaar dat Socrates' ideale staat juist het tegendeel van een democratie was: een aristocratie, een Kerk, een feodale maatschappij. Het probleem is niet dat de elites veel mensen in de steek laten; het is juist dat ze trachten om de velen, hoi polloi, tot hun eigen hoogte te verheffen... De meeste mensen zijn van nature nou eenmaal niet geïnteresseerd in de grote levensvragen---ja zelfs de meeste elitemensen niet. Het is geen "verraad" van de meeste elitemensen als ze het hoogste goed negeren. De meeste elitemensen zijn weliswaar van nature niet in de eerste plaats gericht op het aangename, maar ook niet op het hoogste goed. Dat zijn slechts de weinigsten, de elite van de elite, la crème de la crème---mensen als Socrates en Spinoza.

De "vrije samenleving" die Riemen noemt is met name tot stand gekomen door de in dezelfde alinea genoemde "technologische vooruitgang". Die "vooruitgang" is in wezen wat de Engelsen "the conquest of nature" noemen. Die verovering is het grondprobleem van onze tijd, en sinds kort denk ik dat ik weet hoe we dat probleem kunnen oplossen. De oplossing zit 'm in niets anders dan wat ik hierboven over Nietzsche gezegd heb.

***

"Maar eens [...] moet hij ons toch komen, de verlossende mens der grote liefde en verachting, de creatieve geest, dien zijn dringende kracht uit alle afzijdigheid en genezijdigheid immer weder wegdrijft, wiens eenzaamheid door het volk misverstaan wordt, alsof ze zijn vlucht voor de werkelijkheid zij---: terwijl ze slechts zijn verzinking, vergraving, verdieping in de werkelijkheid is, opdat hij eens uit haar, wanneer hij weder aan 't licht komt, de verlossing dezer werkelijkheid thuisbrengt: haar verlossing van de vloek, die het dusverrige ideaal op haar gelegd heeft." (Genealogie der moraal, 2.24)

Het "dusverrige" ideaal is het ideaal dat in Plato's exoterische leer werd opgericht. Plato's exoterische leer: dat wil zeggen Plato's leer zoals de meeste mensen haar kennen; die echter gericht was op tweederangs mensen, op "de meeste elitemensen"; en die vervolgens verbasterd werd tot Platonisme voor 't "volk", dat wil zeggen op derde-en-laagsterangs mensen gericht. "The conquest of nature" is het beoogde effect van Bacon's exoterische leer, en die was slechts een nieuwe vorm van die van Plato. Net zoals het Platonisme in Plato's tijd gunstig voor de filosofie was, zo ook het Baconisme in Bacon's tijd. Maar Bacon's tijd is voorbij, en nu is het tijd om elk Platonisme de nek om te draaien. Nu is het tijd voor Nietzsches leer, die volstrekt esoterisch is. Geen "edele" of "heilige" leugens voor Nietzsche. Geen compromissen met de naturen van tweede- of derderangs mensen. Zo'n compromis was het namelijk, dat nu tot de dreiging geleid heeft dat de eersterangs mensen afgedankt worden. Ze waren nuttig voor hun minderen vanwege hun op gang brengen van de verovering der natuur; nu zijn ze dat niet meer, ze zijn overbodig, ja nadelig. Want zij alleen belichamen de oplossing van het probleem, de verlossing van het Platonisme: door een nieuw ideal te belichamen, het tegenideaal, "het ideaal van de overmoedigste, levendste, en wereldbevestigendste mens" (VGK 56)... De sleutel tot de oplossing van het grondprobleem van onze tijd houdt paradoxaal genoeg juist het willen van het probleem in, het willen van alle pogingen de natuur te veroveren, het willen van al het dierenleed... En is de eersterangs mens niet ook zelf een dier? Zoals ik onlangs op Facebook (...) schreef:

The Nietzschean Übermensch is the man who wills the eternal return of all things, including all suffering and inequality! Including the anger he arouses by willing suffering, and the envy he arouses by willing inequality! Including all attempts to shoot him down! Including fascism!

De essentie van het fascisme is de woede van de woedende menigte... En ook die woede moeten we willen: het vuur van de menigte, de fakkel in hun handen en in hun harten, die holocaust wil ontsteken. Zoals Nietzsche zegt, het is niet hun mensenliefde, maar de onmacht van hun mensenliefde die de Christenen van tegenwoordig hindert, ons te verbranden. En schoonbrandwoede + onmachtsgevoel = ressentiment. We moeten ook al het ressentiment willen!